Erven, onterving en het langstlevende testament
In 2003 is het erfrecht ingrijpend veranderd. Eén van de belangrijkste wijzigingen betreft de positie van de langstlevende echtgenoot. Het nieuwe erfrecht zorgt ervoor dat die financieel beter verzorgd achterblijft. Ook een onterfde echtgenoot krijgt bepaalde rechten als dat nodig is voor zijn of haar verzorging. De rechten van de kinderen worden beperkt, niet alleen als er een langstlevende echtgenoot is, maar ook als de kinderen onterfd zijn. Verder kan de positie van de executeur worden versterkt en valt er meer te regelen voor bedrijfsopvolging.
Ook wordt de uitoefening van een aantal rechten gebonden aan tamelijk korte termijnen. In deze tekst wordt uitgegaan van het nieuwe erfrecht. Waar nodig vindt een verwijzing naar het oude erfrecht plaats.
Erfgenamen volgens de wet
-
Erven volgens de wet
Het erfrecht komt aan de orde bij overlijden. Degene die overlijdt, wordt erflater genoemd. Het vermogen dat iemand nalaat, bezittingen en misschien ook wel schulden, heet nalatenschap. Alle bezittingen en alle schulden gaan over op de erfgenamen. De wet bepaalt wie de erfgenamen zijn, als de overledene géén testament heeft gemaakt. Dit heet versterferfrecht. Met een testament kan men afwijken van de standaardregels. Dat wordt testamentair erfrecht genoemd.
-
Erfgenamen volgens de wet
De wet verdeelt de mogelijke erfgenamen (de familieleden) in vier groepen. Pas als in een groep géén familielid aanwezig is, komen personen uit de daaropvolgende groep als erfgenaam in aanmerking. Vroeger zei men het al en tegenwoordig geldt het in grote lijnen nog steeds: ''t naeste bloet erft het goet'. Hieruit valt af te leiden dat niet-bloedverwanten, zoals zwagers, schoonzusters, aangetrouwde kinderen of stiefkinderen nooit erfgenamen volgens de wet kunnen zijn. Echtgenoten zijn, als niet-bloedverwanten, de uitzondering op deze regel. Een van tafel of bed gescheiden man of vrouw komt niet meer als erfgenaam in aanmerking.
-
Geregistreerd partnerschap
Sinds 1 januari 1998 kan een hetero- of homoseksueel paar zich als partners laten registreren bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Voor de vermogensrechtelijke situatie en het erfrecht heeft de partnerschapsregistratie hetzelfde gevolg als een huwelijk. Daar waar 'echtgenoot/huwelijksgoederengemeenschap/huwelijkse voorwaarden' staat, kan dus ook 'geregistreerde partner/goederengemeenschap/partnerschapsvoorwaarden' gelezen worden. N.B.: samenwoners die bij de notaris een samenlevingscontract hebben gesloten, zijn geen geregistreerd partners zoals hiervoor bedoeld.
-
Groep 1
Groep 1 bestaat uit de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en de afstammelingen: kinderen of (achter)kleinkinderen. De echtgenoot en de kinderen erven ieder een even groot gedeelte.
- Voorbeeld 1
Een man overlijdt en laat een vrouw en drie kinderen achter. De man heeft vier erfgenamen, te weten zijn vrouw en zijn drie kinderen; ieder erft 1/4 gedeelte. - Voorbeeld 2
Een weduwe overlijdt. Zij had drie kinderen, waarvan één vóór haar is overleden met achterlating van twee (klein)kinderen. Het versterferfrecht bepaalt dat kleinkinderen in de plaats komen van hun overleden ouder (plaatsvervulling). De twee in leven zijnde kinderen krijgen dus ieder 1/3 gedeelte en de twee kleinkinderen krijgen samen het gedeelte dat oorspronkelijk voor hun overleden ouder bestemd was (ieder 1/6).
Men zegt wel dat de echtgenoot 'de helft plus een kindsdeel' krijgt. Dit gezegde gaat ervan uit dat man en vrouw in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen getrouwd zijn. Dit betekent dat ieder de helft van de bezittingen en de helft van de schulden heeft. Vergelijk met een echtscheiding waarbij zij alles door twee moeten delen. De nalatenschap is in dit voorbeeld de helft van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Krachtens erfrecht krijgt de vrouw in voorbeeld 1 een kwart van de nalatenschap, gelijk aan een kindsdeel; de (andere) helft had zij vóór het overlijden van haar echtgenoot al.
- Voorbeeld 1
-
Groep 2
Groep 2 bestaat uit de ouders en de broers en zusters van de erflater met hun afstammelingen. Een ouder erft altijd minimaal 1/4 gedeelte.
Voorbeeld
Een man heeft geen vrouw en geen kinderen. Bij zijn overlijden zijn in leven zijn beide ouders en twee broers. Ieder erft dan 1/4 gedeelte. Zijn er drie broers, dan erven de ouders ieder 1/4 gedeelte en de broers ieder 1/6 gedeelte. Is al een broer voor overleden met achterlating van kinderen, dan erven zijn kinderen samen in zijn plaats. Ook halfbroers en halfzusters tellen mee, maar wel voor een kleiner gedeelte dan -
Groep 3 & 4
Als een erflater geen echtgenoot en (klein)kinderen heeft (groep 1) en er ook geen ouders en broers en zusters met afstammelingen zijn (groep 2), komen de grootouders aan de beurt met hun (klein)kinderen, de ooms, tantes, neefjes en nichtjes (groep 3). Zijn ook deze allemaal gestorven, dan komen de overgrootouders met hun afstammelingen aan bod, tot in de zesde graad (groep 4). Als er helemaal geen bloedverwant in de categorie van overgrootouders blijkt te zijn, vervalt de hele nalatenschap aan de Staat der Nederlanden. Voor veel mensen is dit een vervelend idee, maar gelukkig is aan deze vererving wel iets te doen. Iedereen kan van het versterferfrecht afwijken door een testament te maken.
-
Wettelijke verdeling
Volgens het oude versterferfrecht erfde de echtgenoot die overbleef (vaak aangeduid als de langstlevende echtgenoot) samen met de kinderen een kindsdeel. De kinderen konden vervolgens hun erfdeel opeisen, waardoor de langstlevende echtgenoot financieel in de problemen kon komen. Veel echtparen maakten daarom een langstlevende testament, bijvoorbeeld het ouderlijke boedelverdeling testament. Het nieuwe versterferfrecht is hierop gebaseerd. Vanaf 1 januari 2003 krijgt de echtgenoot die overblijft de hele nalatenschap. De kinderen krijgen hun erfdeel niet in handen. Hun erfdeel wordt omgerekend in een geldbedrag. Zij krijgen daarvoor een geldvordering op de langstlevende echtgenoot. Op deze manier kan de langstlevende echtgenoot vrij beschikken over het hele vermogen en ongestoord verder leven. Dit noemt men de wettelijke verdeling.
De kinderen kunnen hun geldvordering pas opeisen bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot of bij diens faillissement/schuldsanering. Over de vordering wordt een rentepercentage vergoed ter correctie van de inflatie. Het is belangrijk bij de wettelijke verdeling om de vordering van de kinderen goed te berekenen en vast te leggen. De notaris kan hierbij behulpzaam zijn. Een erflater kan in een testament de wettelijke verdeling opzij zetten of aanpassen. Je kunt bijvoorbeeld het rentepercentage van de vordering verhogen, de vordering opeisbaar maken bij hertrouwen van de echtgenoot of een kind onterven.
Vaak bestaat de behoefte als één of beide echtgenoten kinderen uit een eerdere relatie hebben, alle kinderen hetzelfde te behandelen. De wet biedt die mogelijkheid. Je kunt in een testament ook je stiefkinderen tot erfgenaam benoemen en de wettelijke verdeling van toepassing verklaren. Op die manier worden de stiefkinderen en de eigen kinderen gelijk behandeld. Als de langstlevende echtgenoot de wettelijke verdeling niet wil, dan kan hij de verdeling ongedaan maken. Dit moet wel binnen drie maanden na het overlijden worden vastgelegd in een notariële akte.
-
Wilsrechten
Door de wettelijke verdeling komen alle goederen van de nalatenschap bij de langstlevende echtgenoot terecht. Als deze daarna overlijdt, erven zijn eigen kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk. Hierdoor ontstaat het gevaar dat goederen via de stiefouder bij de stief familie terechtkomen. Als sprake is van stief familie, bijvoorbeeld als de langstlevende echtgenoot hertrouwt, hebben de kinderen de mogelijkheid hun eigen positie te versterken. Zij kunnen een beroep doen op een zogenaamd Wilsrecht.
Als de kinderen een Wilsrecht inroepen, krijgen zij goederen in eigendom ter waarde van de vordering die zij hebben op de langstlevende echtgenoot (een ouder of een stiefouder). Maar: al zijn de kinderen nu eigenaar, de langstlevende echtgenoot mag tijdens zijn leven de goederen blijven gebruiken. Dat wordt vruchtgebruik genoemd.
- Voorbeeld 1
Peter overlijdt met achterlating van zijn vrouw Maria en hun twee kinderen Joost en Bram. Peter heeft geen testament gemaakt. Op grond van de wettelijke verdeling krijgt Maria de hele nalatenschap, waard € 90.000,-. Joost en Bram krijgen ieder een geldvordering op Maria, groot € 30.000,-. Een paar jaar later komt een stiefouder in beeld: Maria hertrouwt met Steven. Joost en Bram kunnen dan een wilsrecht uitoefenen. Zij kunnen van Maria de eigendom opeisen van geld of goederen, ter waarde van € 30.000,-, maar Maria houdt wel het vruchtgebruik daarvan, zij mag dus de goederen tot haar dood blijven gebruiken: in geval van geld ontvangt Maria de rente en in geval van goederen mag zij die blijven gebruiken. Joost en Bram hoeven bij het hertrouwen van Maria met Steven hun wilsrecht niet uit te oefenen. Zij krijgen nog een herkansing: als Maria vervolgens overlijdt, werkt de wettelijke verdeling weer en krijgt Steven de hele nalatenschap van Maria. Joost en Bram kunnen nu gebruik maken van een tweede wilsrecht. In plaats van uitbetaling in geld van hun vordering van € 30.000,- kunnen zij van Steven de eigendom opeisen van goederen uit Maria's nalatenschap, ter waarde van € 30.000,-. Daarnaast krijgen zij voor hun erfdeel in de nalatenschap van hun moeder Maria een geldvordering op hun stiefvader Steven. Hiervoor kunnen zij ook weer een wilsrecht uitoefenen (zie voorbeeld 2).
- Voorbeeld 2
Veronica (gescheiden, weduwe of alleenstaande moeder) heeft twee kinderen, Karel en Kees. Zij (her)trouwt met Maarten, die daardoor stiefouder van Karel en Kees wordt. Als Veronica overlijdt, krijgt Maarten op grond van de wettelijke verdeling de hele nalatenschap van Veronica en krijgen Karel en Kees als mede-erfgenamen van hun moeder een geldvordering op Maarten ter grootte van hun erfdeel. Omdat Maarten niet hun eigen ouder is maar hun stiefouder, kunnen zij een wilsrecht uitoefenen: zij kunnen verlangen dat zij de eigendom van geld/goederen ter waarde van hun geldvordering krijgen. Wel mag Maarten deze goederen blijven gebruiken. Hij mag immers het vruchtgebruik uitoefenen. Als Karel en Kees geen gebruik van hun wilsrecht hebben gemaakt, krijgen zij een herkansing: zij kunnen alsnog bij het overlijden van Maarten gebruik maken van een tweede wilsrecht: in plaats van uitbetaling van hun geldvordering kunnen zij de eigendom van goederen uit de nalatenschap van Maarten ter waarde van hun geldvordering opeisen.
In een testament kun je afwijken van de wilsrechten. Je kunt bijvoorbeeld bepalen dat de kinderen geen wilsrecht hebben. De achtergebleven echtgenoot kan dan niet worden lastiggevallen door de kinderen. Maar je kunt ook juist de wilsrechten voor de kinderen uitbreiden. -
Ongehuwd samenwonenden
Samenwoners willen vaak dat bij het overlijden van de één alle goederen naar de ander gaan. Volgens het versterferfrecht erven zij niet van elkaar. Als zij dat wel willen, moeten zij een testament maken. Als zij daarnaast ook een notariële samenlevingsovereenkomst hebben gesloten, kunnen zij de erfrechtelijke positie van de partner ten opzichte van de kinderen zo regelen dat de partner even goed is beschermd als de echtgenoot. Soms zullen samenwoners een verblijvings- beding voldoende vinden. Dat is een overeenkomst tussen de twee partners, waarin zij vastleggen dat als de één overlijdt de ander de gemeenschappelijke goederen krijgt, al dan niet tegen betaling van de waarde daarvan. Anders verwoord: als twee partners samen eigenaar zijn van een huis (of van andere gemeenschappelijke goederen zoals inboedel), kunnen zij via het verblijvingsbeding bepalen dat bij overlijden van de één de langstlevende volledig eigenaar van het huis wordt. Het is aan te raden het verblijvingsbeding notarieel vast te leggen. Gebeurt dat niet, dan kan het in sommige gevallen achteraf nietig blijken te zijn. Vaak maakt een verblijvingsbeding onderdeel uit van een samenlevingscontract. Als één van beiden kinderen heeft, is het verstandig de erfrechtelijke gevolgen van een verblijvingsbeding met een notaris te bespreken.
-
Afwijken van de wet
De wet regelt in alle voorkomende gevallen wie de erfgenamen zijn van de overledene. Iedereen die zestien jaar of ouder is, kan van de wettelijke regels afwijken door een testament te maken. Vele redenen, ook fiscale, kunnen hierbij een rol spelen.
Afgezien van enkele uitzonderingen worden testamenten gemaakt ten overstaan van een notaris. De notaris legt de uiterste wil van de erflater vast in een notariële akte: het testament. De notaris adviseert de cliënt (de testateur) daarbij over mogelijke bepalingen in zijn situatie. Een testament heeft pas rechtskracht als de testateur en de notaris het hebben ondertekend. Het wijzigen van een testament is op elk moment mogelijk door het maken van een nieuw testament. Elke wijziging of herroeping van een bestaand testament moet ook weer via een notaris geregeld worden. Het verscheuren van een afschrift van een bestaand testament heeft geen rechtskracht; het testament blijft gewoon geldig.
-
Onterving van een kind: legitieme portie
Kinderen kunnen in een testament worden onterfd. Zij worden dan geen erfgenaam. Wel geeft de wet bepaalde versterferfgenamen recht op een geldbedrag. Dit bedrag noemt men de legitieme portie. Degenen die op zo'n bedrag recht hebben, zijn de (klein)kinderen. Zij worden ook wel legitimarissen genoemd. Als een legitimaris berust in een onterving, ontvangt hij niets uit de nalatenschap. Berust hij niet, dan moet hij binnen 5 jaar zijn legitieme portie opeisen. Hiervoor hoeft de rechter niet te worden ingeschakeld. Een enkele duidelijke, liefst schriftelijke verklaring is voldoende. De legitieme portie bedraagt de helft van wat het kind zou hebben gekregen als er geen testament was, dus de helft van het versterferfdeel. De omvang van de legitieme portie wordt berekend in de waarde van de nalatenschap, vermeerderd of verminderd met bepaalde door de erflater gedane giften (schenkingen).
Willem overlijdt en laat na zijn vrouw Ineke en twee kinderen, Tessa en Roosje. Willem en Ineke zijn niet in gemeenschap van goederen gehuwd. Willem heeft in zijn testament Tessa onterfd. De nalatenschap is waard € 120.000. Zijn twee erfgenamen zijn Ineke en Roosje. Zij erven ieder € 60.000. Als Tessa niet zou zijn onterfd, bedroeg haar erfdeel op 1/3 x € 120.000 = € 40.000. Haar legitieme portie bedraagt nu ½ x 1/3 x € 120.000 = € 20.000.
Stel Willem heeft drie jaar voor zijn overlijden € 15.000 geschonken aan de stichting "Kat in nood". De legitieme portie bedraagt dan ½ x 1/3 x (€ 120.000 + € 15.000) = € 22.500.
Tessa krijgt dus een geldvordering van € 20.000 resp. € 22.500 op de erfgenamen Ineke en Roosje.
Stel Willem heeft in het verleden niet € 15.000 aan de stichting "Kat in nood" geschonken maar aan Tessa. In dat geval wordt de legitieme portie van Tessa verminderd met € 15.000. Zij krijgt dan een geldvordering van € 22.500 minus € 15.000 = € 7.500.
Zoals gezegd: als een kind een beroep doet op zijn legitieme portie, krijgt het een geldvordering. Dat betekent nog niet dat het kind daarmee direct zijn geld kan opeisen. Als de wettelijke verdeling van toepassing is, kan het onterfde kind pas het geld opeisen van de langstlevende echtgenoot na diens overlijden. Ook bij een testamentaire erfstelling kan de erflater bepalen dat de geldvordering niet kan worden opgeëist zolang de langstlevende echtgenoot nog leeft. Deze niet-opeisbaarheidsclausule kan ook worden gemaakt als de erflater met iemand samenwoont, op voorwaarde dat er een notariële samenlevingsovereenkomst is gesloten.
-
Onterving echtgenoot: verzorgingsrecht
Onterving van een echtgenoot is mogelijk. De onterfde echtgenoot heeft geen recht op een legitieme portie. Wel worden de gevolgen van onterving verzacht, als de nalatenschap van de erflater voldoende mogelijkheden tot verzorging biedt. De onterfde echtgenoot heeft namelijk recht op een passend verzorgingsniveau. De echtgenoot kan bijvoorbeeld als dat nodig is, aanspraak maken op het vruchtgebruik van het huis en van de inboedel. Hij kan dan in de woning blijven wonen ook al is hij onterfd. Afhankelijk van zijn verdere financiële omstandigheden kan hij ook het vruchtgebruik claimen van andere zaken, bijvoorbeeld van een effectenportefeuille. En zelfs mag hij dit vermogen opmaken als dat nodig is voor zijn verzorging, maar daarvoor moet wel eerst de toestemming van de kantonrechter worden gevraagd.
Deze regeling is van dwingend recht. Bij testament kan er niet van worden afgeweken. Wel is de uitoefening van deze rechten aan korte termijnen gebonden (6 resp. 9 maanden). Raadpleeg daarom in zo'n geval zo snel mogelijk een notaris.
Langstlevende testamenten
-
Ouderlijke boedelverdelingtestament
Voor 1 januari 2003 zijn veel ouderlijke boedelverdelingtestamenten gemaakt. Een ouderlijke boedelverdeling houdt in dat vader (stel hij is de eerststervende) alle bezittingen toedeelt aan moeder die eventuele schulden voor haar rekening neemt. Omdat moeder dan te veel krijgt (en de kinderen te weinig), is moeder de waarde van het erfdeel van de kinderen aan hen schuldig. Het bijzondere van deze vorderingen is dat in het testament is bepaald dat moeder de vorderingen altijd mag aflossen, maar daartoe niet is verplicht. Met andere woorden: de vordering is niet opeisbaar, behalve in een aantal in het testament genoemde gevallen. Bijvoorbeeld als moeder overlijdt, failliet gaat of hertrouwt. De kinderen zullen moeten wachten op uitkering van hun erfdeel tot één van de door de erflater bepaalde momenten zich voordoet óf tot het moment dat moeder zelf vindt dat zij kan uitkeren.
Na 1 januari 2003 kan geen ouderlijke boedelverdeling meer worden gemaakt. Testamenten met een ouderlijke boedelverdeling die voor 1 januari 2003 zijn gemaakt, blijven geldig, ook als de erflater na die datum is overleden. Het is dan zinloos voor kinderen een beroep op hun legitieme portie te doen. De langstlevende echtgenoot zal die namelijk pas uit hoeven te keren bij zijn overlijden.
-
Vruchtgebruiktestament
Een ander soort regeling bij testament is het instellen van een vruchtgebruik voor de langstlevende echtgenoot. De essentie van het recht van vruchtgebruik is dat de vruchtgebruiker het recht heeft op het gebruik van bepaalde goederen, maar dat de eigendom van die goederen toebehoort aan iemand anders. Dit laatste wordt ook aangeduid met de term 'hoofdgerechtigdheid' en 'hoofdgerechtigde'. Vruchtgebruiktestamenten zijn veel gemaakt in het verleden en kunnen ook in de toekomst nog worden gemaakt. De vruchtgebruiker van een huis mag er gratis in wonen, de vruchtgebruiker van het saldo van een bankrekening geniet de rente. De vruchtgebruiker is verplicht het goed waarvan hij de vruchten geniet ten behoeve van de hoofdgerechtigde in stand te laten. Zo moet de vruchtgebruiker van een huis dat huis goed onderhouden, en moet de vruchtgebruiker van een saldo op een bankrekening afblijven van de hoofdsom, tenzij de erflater uitdrukkelijk anders heeft bepaald. Het vruchtgebruik eindigt bij het overlijden van de vruchtgebruiker(s) of op een eerder tijdstip dat de erflater in zijn testament heeft vastgelegd (bijvoorbeeld hertrouwen).
Er is een groot verschil tussen een ouderlijke boedelverdelingtestament en de wettelijke verdeling van het nieuwe erfrecht enerzijds en een vruchtgebruiktestament anderzijds. Bij de ouderlijke boedelverdeling en de wettelijke verdeling heeft de langstlevende het recht alle goederen op te maken; bij het vruchtgebruiktestament heeft de langstlevende, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, in het algemeen alleen recht op gebruik van de goederen. Hierdoor bereikt de erflater dat bij het eindigen van het vruchtgebruik de goederen in volle eigendom toebehoren aan de hoofdgerechtigde. Stel: een man is voor de tweede keer getrouwd. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij kinderen en uit zijn tweede huwelijk niet. Deze man kan overwegen een vruchtgebruiktestament te maken. Hiermee bereikt hij dat zijn vrouw (uit zijn tweede huwelijk) het genot en gebruik van alle goederen heeft, maar dat bij haar overlijden zijn kinderen volledig eigenaar zijn. Hij hoeft geen angst te hebben dat zijn kinderen met lege handen staan als zijn vrouw er ook niet meer is, want zij heeft niet de bevoegdheid de goederen 'op te eten'.
Wel kunnen de kinderen aanspraak maken op hun legitieme portie. Maar over het algemeen zal in een vruchtgebruiktestament voor een echtgenoot een clausule worden opgenomen, dat de legitieme portie pas wordt uitbetaald na het overlijden van de langstlevende echtgenoot.
-
Testament met tweetrapsmaking
Bij de wettelijke verdeling krijgen kinderen een vorderingen ter grootte van hun erfdeel. Over dit bedrag is in beginsel erfbelasting verschuldigd. Dit betekent, dat bij het overlijden van de eerste echtgenoot erfbelasting verschuldigd kan zijn. Om dit te voorkomen kan worden gekozen voor een testament met een tweetrapsmaking. De echtgenoten benoemen elkaar dan over en weer tot enige erfgenamen, zodat de kinderen bij het eerste overlijden geen erfdeel hebben en daarover dus ook geen erfbelasting verschuldigd kunnen zijn. De tweetrapsmaking houdt in dat in het testament wordt bepaald, dat hetgeen bij het overlijden van de tweede echtgenoot nog resteert van de nalatenschap van de eerste echtgenoot, zal toekomen aan de kinderen. Op deze wijze kan tweemaal worden geprofiteerd van de voor kinderen geldende vrijstelling en van de laagste tariefschijf (10 %). Per geval zal moeten worden bekeken of een langstlevende-testament met tweetrapsmaking aantrekkelijk is. Dit is zeker niet altijd het geval. De tweetrapsmaking kan ook in andere situaties worden gebruikt, bijvoorbeeld om te voorkomen, dat ingeval van echtscheiding via de nalatenschap van de kinderen een ex-echtgenoot alsnog iets zal erven. De notaris kan u nader informeren over de mogelijkheden van de tweetrapsmaking.
Ook combinaties van de verschillende langstlevende-testamenten zijn mogelijk. Een veel voorkomende variant is een testament met daarin opgenomen een wettelijke verdeling, gevolgd door een vruchtgebruikregeling. Voor meer vermogende personen is een testament met een quasi-wettelijke verdeling een aantrekkelijk alternatief; een dergelijk testament biedt optimale flexibiliteit, maar is ook gecompliceerd. De notaris kan u hierover meer vertellen.
-
Uitsluitingsclausule / koude kant-clausule
Velen willen wel dat hun kinderen (of andere erfgenamen) iets van hen erven. Zij willen echter niet dat na een echtscheiding de ex-echtgenoten van hun kinderen (of van andere erfgenamen) recht hebben op de helft van de erfenis. Dit kan gebeuren als de erfgenaam in algehele gemeenschap van goederen was getrouwd of onder bepaalde huwelijkse voorwaarden. De oplossing hiervoor is het opnemen van een uitsluitingsclausule in het testament. Bijvoorbeeld: 'Hetgeen uit mijn nalatenschap wordt verkregen en de opbrengsten daarvan zullen niet vallen in enige huwelijksgoederengemeenschap waarin de verkrijger gerechtigd mocht zijn of worden noch worden betrokken in een verrekening op grond van huwelijkse voorwaarden'.
Het resultaat is dat de 'koude kant' geen recht heeft op de helft van de geërfde goederen als gevolg van een echtscheiding.
-
Legaat
Een erfgenaam is iemand die de hele erfenis of een aandeel in de erfenis krijgt, ofwel (een gedeelte van) alle goederen (bezittingen en schulden), die deel uitmaken van de nalatenschap. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor een erflater een bepaald goed of een vastgestelde som geld aan iemand of aan een goed doel te vermaken. Dit noemt men een legaat. De erfgenamen moeten het legaat aan de gerechtigde (legataris) afgeven. Voorbeelden: 'Ik legateer mijn woonhuis te Amsterdam aan mijn neef Piet', of: 'Ik legateer aan mijn neef Jan een bedrag in contanten groot 5.000'. Een legaat van een goed dat er ten tijde van het overlijden van de erflater niet meer blijkt te zijn, vervalt.
-
Codicil
Bepaalde legaten hoeft de erflater niet per se in een notarieel testament vast te leggen. Voor het vermaken van inboedelgoederen (geen schilderijen en/of kunstvoorwerpen), sieraden en kleren voldoet een codicil. Een codicil is een eigenhandig geschreven (er mag geen getypte letter in staan), gedateerde en ondertekende verklaring. De in een codicil vermaakte goederen moeten nauwkeurig (stuk voor stuk) worden beschreven. Ook kan iemand in een codicil instructies geven voor zijn begrafenis of crematie. Vanaf 1 januari 2003 is het benoemen van een executeur in een codicil niet meer mogelijk. Dit zal dan bij testament moeten gebeuren. Een codicil met een executeursbenoeming van voor die datum blijft geldig. Het gemakkelijke van een codicil is dat de maker het snel kan wijzigen. Verscheur het oude en schrijf een nieuw. Het nadeel is dat een codicil, in tegenstelling tot een notarieel testament, kan zoekraken of kan worden verdonkeremaand. Het advies is dan ook om het goed op te bergen of af te geven aan een vertrouwd iemand.
-
Bewind
Het kan voorkomen dat een erflater van mening is dat zijn erfgenamen (nog) niet de volledige verantwoording kunnen dragen van het door hen geërfde vermogen. Dit kan te maken hebben met de leeftijd of met het gedrag van de erfgenamen. In zulke gevallen kan de erflater een bewind instellen. Er komt dan een bewindvoerder die het geërfde beheert, bijvoorbeeld totdat de erfgenamen een bepaalde leeftijd hebben bereikt of gedurende een periode van vijf jaren na het overlijden. Het feit dat in Nederland de leeftijd voor meerderjarigheid is teruggebracht van 21 naar 18 jaar is voor velen aanleiding bij testament een bewind in te stellen. Zonder bewindregeling krijgen de kinderen op achttienjarige leeftijd de erfenis onder eigen beheer; voor menigeen is dat veel te vroeg om er verantwoord mee om te gaan.
Een bank of accountant kan bewindvoerder zijn, maar ook een familielid. De bevoegdheden en de plichten van en bewindvoerder worden in het testament vastgelegd.
Als een kind het erfdeel van zijn ouder onder bewind krijgt en het bewind niet accepteert, kan hij verwerpen en aanspraak maken op zijn legitieme portie. Hij krijgt dan een geldvordering die de helft waard is van het erfdeel dat hij onder bewind zou hebben geërfd. Financieel gaat hij er dus op achteruit. Daarnaast zijn er twee gevallen, waarbij de legitimaris wel het bewind zal moeten accepteren: 'als het kind onmachtig of onmondig is in eigen beheer te voorzien'(denk aan een kind dat aan drugs is verslaafd) en 'als de erfenis hoofdzakelijk aan schuldeisers van het kind ten goede zou komen'. In die gevallen betekent niet-accepteren namelijk dat het kind helemaal niets zal krijgen.
-
Voogdij
Voor mensen met minderjarige kinderen is het belangrijk zich af te vragen wat er met de kinderen gebeurt als zij er allebei niet meer zijn. Bij gehuwden oefenen de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. Overlijdt één van hen, dan krijgt de ander automatisch het ouderlijk gezag. Als de ander vervolgens overlijdt (of de ouders overlijden tegelijk), dan benoemt de rechter een voogd over de kinderen, tenzij de ouders in een testament zelf al een voogd hebben benoemd. Door zo'n voogdbenoeming is de rol van de rechter uitgespeeld; de ouders hebben dwingend bepaald bij wie hun kinderen terechtkomen. Ook twee gezamenlijke voogden kunnen bij testament worden aangewezen.
-
Testamentenregister
Hoe weet men of er een testament is gemaakt? Hiervoor is het Centraal Testamentenregister in het leven geroepen. Het Testamentenregister in 's-Gravenhage houdt bij door welke persoon op welke datum en voor welke notaris een testament is gemaakt. De notaris geeft dit op. De inhoud van het testament is daar niet bekend. Pas na het overlijden van iemand staat het iedereen vrij (meestal gebeurt dat via een notaris) te informeren of er een testament is. Bij de desbetreffende notaris kan men dan om informatie vragen. Het spreekt vanzelf dat de notaris alleen aan direct belanghebbenden de inhoud van het testament prijsgeeft. Codicillen worden niet bij het Centraal Testamentenregister geregistreerd.
-
Bedrijfsopvolging
Vanaf 1 januari 2003 zijn er meer mogelijkheden voor bedrijfsopvolging. Enerzijds krijgt een bedrijfsopvolger bepaalde rechten. Anderzijds kan de erflater bij testament meer regelen. Deze mogelijkheden gelden zowel bij een door de erflater gedreven onderneming als bij een kapitaalvennootschap waarvan de erflater de aandelen bezit.
Zo kan een (stief)kind of de echtgenoot van erflater de overdracht van de bedrijfsgoederen of van de aandelen verlangen tegen betaling van een redelijke prijs. Voorwaarde is wel dat de echtgenoot van erflater of het (stief)kind dan wel diens echtgenoot het bedrijf voortzet. Het verzoek hiervoor moet binnen één jaar na het overlijden bij de kantonrechter worden ingediend.
Een verstandig ondernemer/erflater regelt zelf zijn bedrijfsopvolging in een testament. Hij kan bijvoorbeeld de bedrijfsgoederen/aandelen legateren aan de beoogde opvolger. Volgens het nieuwe erfrecht heeft een legitimaris slechts recht op een geldbedrag en kan dus geen aanspraak meer maken op de bedrijfsgoederen. Daarnaast kan de ondernemer/erflater met het oog op de voortzetting van de onderneming in zijn testament bepalen dat legitimarissen genoegen moeten nemen met uitbetaling van hun legitieme portie in termijnen.
Bij personenvennootschappen zoals een vennootschap onder firma wordt vaak gebruik gemaakt van een verblijvings- of overnemingsbeding. Bedrijfsgoederen worden dan eigendom van de overgebleven vennoot. Als dit niet tegen betaling van de reële waarde op het moment van overlijden gebeurt, beïnvloedt dit de positie van de legitimarissen. Daarnaast zal vaak voor de geldigheid van zo'n beding vereist zijn dat het in een notariële akte is vastgelegd.
-
Notaris
Bij het opstellen van een testament is een notaris nodig, maar ook bij het afwikkelen van een nalatenschap is hij een belangrijk adviseur. In sommige gevallen is de notaris zelfs onmisbaar, bijvoorbeeld als (één van) de erfgenamen minderjarig (is) zijn, als er erfgenamen zijn die niet het vrije beheer over hun vermogen hebben (dit zijn mensen die bijvoorbeeld onder curatele staan of van wie hun goederen onder bewind staan) of wanneer registergoederen moeten worden verdeeld. De notaris is een onpartijdige adviseur. Dat komt vooral van pas als er ruzie is. Hij zal dan proberen te bemiddelen. Ook in geval van een complexe nalatenschap zal de rol van de notaris belangrijk zijn. De meeste boedels komen gelukkig zonder al te veel complicaties tot een einde. Iedereen heeft na het overlijden van een erflater toegang tot het Centraal Testamentenregister. De meest logische weg om te achterhalen of de overledene een testament heeft gemaakt, is echter een willekeurige notaris (in de woonplaats) hierover te raadplegen. Het komt nog voor dat de notaris in het bijzijn van de erfgenamen het testament voorleest, maar dit is tegenwoordig meer uitzondering dan regel. Het is in elk geval niet wettelijk voorgeschreven.
-
Executeur
Een oude tante heeft één neef en één nicht die in het buitenland wonen. Beide ouders van neef en nicht zijn overleden. Ieder krijgt de helft van tantes erfenis. 'Notaris, wie moet nu alles regelen als ik er niet meer ben?' De notaris adviseert haar een executeur te benoemen. Deze functionaris heeft tot taak de nalatenschap af te wikkelen. Daarbij behoort ook het regelen van de begrafenis of de crematie. De executeur kan één van de erfgenamen zijn, maar het kan ook een buitenstaander zijn. Vanaf 1 januari 2003 kan hij alleen in een testament worden benoemd, niet meer bij codicil. Benoemingen in een codicil van voor die datum blijven wel geldig. Het nieuwe erfrecht geeft een uitgebreide regeling ten aanzien van de bevoegdheden en plichten van de executeur. Hij krijgt het beheer over de nalatenschap en zal alle bezittingen onder zich mogen nemen. Hij zal de schulden moeten betalen, vorderingen innen, de huur opzeggen en legaten afgeven of uitbetalen. Hij kan ook een speciale opdracht krijgen, bijvoorbeeld om persoonlijke papieren te vernietigen of een goed tehuis voor de huisdieren te zoeken. De executeur moet er altijd voor zorgen dat een boedelbeschrijving wordt opgemaakt. Dat is een beschrijving van wat wordt nagelaten. Hij moet rekening en verantwoording afleggen aan de erfgenamen. De executeur is bevoegd de aangifte te doen voor het recht van successie (de belasting die kan worden geheven na het openvallen van een nalatenschap). Wanneer de executeur de aangifte zelf ondertekent, is hij aansprakelijk voor de betaling van de belasting. De wet regelt het loon voor de executeur: 1 procent van het vermogen op de dag van het overlijden. Maar de erflater kan bij de benoeming in het testament het honorarium ook zelf vaststellen, bijvoorbeeld op een vast bedrag.
Het is mogelijk in het testament de executeur nog meer bevoegdheden te geven. Hij kan dan als executeur-afwikkelingsbewindvoerder de nalatenschap zelfstandig afhandelen en verdelen. De notaris kan meer informatie hierover geven.
Als geen executeur is benoemd kunnen de erfgenamen ook iemand een volmacht geven, bijvoorbeeld één van de erfgenamen of een notaris, om de nalatenschap voor hen te regelen.
-
Verklaring van erfrecht
De procedure voor het afwikkelen van een nalatenschap is grofweg in te delen in drie onderdelen. Het laatste is de definitieve verdeling van alle goederen, daarvóór ligt het indienen van de successieaangifte, en in het eerste onderdeel komt het afgeven van een verklaring van erfrecht aan de orde. Een verklaring van erfrecht is een door een notaris opgemaakte verklaring waarin staat vermeld wie de erfgenamen zijn. De notaris maakt deze verklaring aan de hand van door hem te verzamelen gegevens. Daartoe behoort in elk geval het bericht van het Centraal Testamentenregister of er wel of geen testament is. Daarnaast raadpleegt de notaris bijna altijd het bevolkingsregister. Om deze redenen kan het enkele weken tot soms enkele maanden (als er veel erfgenamen zijn of als ze moeilijk te vinden zijn) duren voordat de notaris een verklaring van erfrecht kan afgeven.
-
Accepteren of weigeren
Iedereen droomt wel eens dat een rijk, onbekend familielid overlijdt en allemaal blije erfgenamen achterlaat die een groot bedrag overgemaakt krijgen. Helaas blijkt uit de praktijk dat nalatenschappen ook een negatief saldo kunnen vertonen. Het kan ook voorkomen dat op het moment van het overlijden van de erflater nog niet bekend is of de boedel positief of negatief is, bijvoorbeeld omdat er nog een procedure bij de rechtbank over een schadeclaim loopt. Ook kan tegen 'de erfgenamen van' iemand die tijdens zijn leven een risicovol beroep of bedrijf had nog na zijn dood een proces worden aangespannen.
De erfgenamen zijn in beginsel aansprakelijk voor de schulden van de overledene. De erfgenamen kunnen daarvoor zelfs in hun privé-bezit worden aangesproken. Daarom heeft iedere erfgenaam het recht de nalatenschap te weigeren. Dit recht heeft ook een legataris met betrekking tot het legaat. De erfgenaam moet in een zo vroeg mogelijk stadium kenbaar maken of hij van het weigeringsrecht gebruik wil maken. De wet zegt namelijk dat als iemand eenmaal heeft geaccepteerd, deze persoon daarna niet meer kan verwerpen. Met accepteren staat gelijk 'het zich als erfgenaam gedragen'. Het weigeren van een nalatenschap gaat gepaard met enkele formaliteiten bij de rechtbank. De notaris kan dit regelen.
-
Voorrecht van boedelbeschrijving
Als er twijfel of te weinig zekerheid bestaat over de omvang van een nalatenschap, kunnen de erfgenamen ook de boedel aanvaarden 'onder het voorrecht van boedelbeschrijving'. Zij aanvaarden, maar als blijkt dat de boedel toch negatief is (de rechter wijst een lopende claim toe of een onbekende schuldeiser meldt zich), dan zijn de erfgenamen alleen aansprakelijk voor zover er baten in de boedel zitten. Deze baten moeten dan ook uitsluitend aangewend worden om de schulden te betalen. Ook voor deze procedure bestaan enkele formaliteiten die de notaris kan verrichten. Er is een aantal situaties waarin men altijd onder het voorrecht van boedelbeschrijving moet aanvaarden, bijvoorbeeld als er minderjarige erfgenamen zijn of als er erfgenamen zijn die niet het vrije beheer over hun vermogen hebben. Aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving noemt men ook wel beneficiaire aanvaarding. De afwikkeling van een beneficiaire aanvaarding kent zijn eigen regels.
Ook hier geldt dat men zich niet 'als erfgenaam mag gedragen' wil men niet het risico lopen toch volledig aansprakelijk te zijn voor de schulden.
-
Schenkingen
Op 1 januari 2003 zijn ook de regels voor schenkingen veranderd. Een schenking is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij de één iets aan de ander geeft. Voor 2003 moesten schenkingen vaak in een notariële akte worden vastgelegd. Deze eis vervalt. Alleen een schenking of een gift die pas zal worden uitgevoerd nadat iemand is overleden, moet notarieel worden vastgelegd. Gebeurt dit niet, dan vervalt de schenking of gift bij het overlijden.
Schenkingen beïnvloeden de omvang en samenstelling van de nalatenschap. De wet ziet in sommige gevallen een schenking als een voorschot op de erfenis. Er bestaan wettelijke regels die verbanden leggen tussen schenkingen en erfenissen.
De kinderen hoeven de schenkingen die zij na 1 januari 2003 van hun vader of moeder hebben gekregen niet met hun erfdeel te verrekenen. De ouder kan echter in het testament bepalen dat dit wel moet. Dit heet inbreng. Eventuele ongelijke schenkingen tijdens het leven worden daardoor na overlijden rechtgetrokken. N.B.: oude schenkingen of te wel schenkingen aan kinderen voor 1 januari 2003 gedaan moeten juist wel worden verrekend met hun erfdeel, tenzij bij de schenking of in een testament het tegendeel is bepaald.
Nu de wet regels ter bescherming van legitimarissen heeft gemaakt, is het logisch dat iemand niet de rechten van legitimarissen kan beperken door vóór zijn overlijden alles weg te geven aan anderen. Bepaalde schenkingen tellen daarom mee voor het vaststellen van de omvang van de legitieme portie. Verder kunnen de legitimarissen, als zij niet uit de nalatenschap zelf hun legitieme portie kunnen krijgen, in bepaalde gevallen de begiftigden aanspreken voor hun ontbrekende deel.
-
Erfbelasting
Er is belasting verschuldigd over alles wat verkregen wordt krachtens erfrecht. Deze belasting heet erfbelasting. Er zijn wel enige vrijstellingen. De hoofdregel is dat hoe verder verwijderd de bloedverwantschap is, des te hoger de belasting. Het tarief van de erfbelasting wordt per schijf vastgesteld. Hoe meer men erft des te meer erfbelasting moet over de top betaald worden. Het tarief van de erfbelasting bedraagt voor echtgenoten, geregistreerde partners, kinderen en gehuwd samenwonenden (mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoen) minimaal 10 procent en maximaal 20 procent. Voor de overige erfgenamen, waaronder ouders, broers en zusters, bedraagt het tarief minimaal 30 procent en maximaal 40 procent. Rechtspersonen met een goed doel (zogenaamde ANBI’s) zijn geen erf- of schenkbelasting verschuldigd. De belastingdienst moet het met het goede doel wel eens zijn.
De aangifte voor de erfbelasting moeten de erfgenamen (of moet de executeur) uiterlijk binnen acht maanden na het overlijden doen. Ook voor deze belastingaangifte bestaan formulieren die één van de erfgenamen automatisch toegestuurd krijgt. Wordt geen formulier toegestuurd en er is wel erfbelasting verschuldigd, dan moeten de erfgenamen er zelf achteraan gaan. Het principe van de aangifte is dat men precies opgeeft wat de bezittingen en schulden op het moment van overlijden waren. De schulden die op het moment van overlijden reeds bestonden, zijn aftrekbaar. Ook de begrafenis- of crematiekosten zijn aftrekbaar. De kosten om de boedel af te wikkelen zijn niet aftrekbaar voor het successierecht. Denk hierbij aan de notariskosten, taxatiekosten of de beloning voor de executeur.
-
Registertegoed
Een huis/registergoed (vroeger genaamd: onroerend goed) kan één van de bestanddelen van een nalatenschap zijn. Soms is het gewenst dat er een taxatierapport komt. Niet alleen voor de erfgenamen onderling is dat van belang, maar ook voor de aangifte voor het successierecht. De mogelijkheid bestaat dat men de belastingdienst verzoekt een ‘minnelijke waardering’ te laten maken. Een door de erfgenamen aangewezen taxateur en een taxateur van de belastingdienst brengen dan gezamenlijk een taxatie uit, die bindend is voor de erfgenamen en de fiscus.
De erfgenamen kunnen roerende goederen in onderling overleg verdelen. Bij registergoederen kan dat niet. Hiervoor is altijd een notariële akte nodig. Als de erfgenamen besluiten dat een van hen het registergoed op zijn naam krijgt (bijvoorbeeld moeder die in het huis blijft wonen), moet daarvoor een notariële akte worden opgemaakt die ingeschreven wordt in de openbare registers (kadaster).
-
Bank & giro
Op het moment dat een bank op de hoogte raakt van het overlijden van een rekeninghouder zal de bank de rekening blokkeren. Niet zo gek, want het is voor de bank pas zeker wie de erfgenamen zijn als er een verklaring van erfrecht is. Als de bank immers gelden zou uitbetalen aan iemand die achteraf helemaal geen erfgenaam blijkt te zijn, dan moet de bank aan de werkelijke rechthebbende naderhand alsnog uitbetalen. In de algemene voorwaarden van een bank staat te lezen dat familieleden verplicht zijn melding te maken van het overlijden. Ook al is de rekening geblokkeerd, in de praktijk blijkt dat de bank, in afwachting van de verklaring van erfrecht, vrijwel altijd bereid is de nota van de begrafenisondernemer te voldoen. Ook bij een zogenaamde 'en/of-rekening' kan de bank besluiten de rekening te blokkeren totdat er zekerheid is wie de erfgenamen zijn. Vaak maakt de bank een uitzondering als het een en/of-rekening van twee echtgenoten betreft, maar een verplichting is dat niet. Te meer omdat een en/of-rekening helemaal niet automatisch betekent dat het saldo beiden toekomt.
Een veel voorkomend misverstand in dit verband betreft de bankmachtiging. Degene die gemachtigd is om geld op te nemen en overboekingen te doen, kan dit niet meer doen na het overlijden van de volmachtgever. Een machtiging (of volmacht) eindigt bijna altijd door het overlijden van de volmachtgever. De notaris zal moeten worden ingeschakeld voor een verklaring van erfrecht.
-
Kosten van begrafenis of crematie
De kosten van begrafenis of crematie bedragen al gauw enkele duizenden euro's. Veel mensen hebben hiervoor een verzekering afgesloten. Als dat niet is gebeurd, dan moeten de erfgenamen die kosten zelf betalen. Uiteraard gaan deze kosten van het saldo van de boedel af.
De kosten van begrafenis of crematie zijn aftrekbaar bij de vaststelling van het successierecht, mits ze niet 'bovenmatig' zijn. Of dat zo is wordt van geval tot geval bekeken. Een uitkering van een begrafenisverzekering moet de belastingplichtige in mindering brengen op het aftrekbare bedrag. Daarnaast zijn de kosten voor een begrafenis of crematie in verband met het overlijden van een partner of kinderen jonger dan 27 jaar meestal ook aftrekbaar voor de inkomstenbelasting, te weten bij degene(n) die de nota heeft (hebben) voldaan.
-
Overige kosten
Met welke kosten krijgen de erfgenamen nog meer te maken? Dit kunnen er velerlei zijn. Zoals genoemd zijn er de successierechten en de boedelkosten. Onder boedelkosten vallen naast de begrafenis- of crematiekosten ook de notariskosten en de andere kosten van deskundigen (bijvoorbeeld een belastingadviseur of accountant). De hoogte van de nota van de notaris hangt sterk af van de hoeveelheid werk die hij moet doen. Zijn de erfgenamen gemakkelijk te vinden, is er ruzie in de boedel? Ook de financiële omvang van de boedel kan een rol spelen.
Een erfgenaam moet er rekening mee houden dat de bezittingen (en schulden) vanaf de datum van overlijden voor zijn rekening en risico zijn. Een bekend voorbeeld is het geval waarin iemand een aanzienlijke effectenportefeuille erft, waarvan op de dag van het overlijden de waarde EUR 100.000 bedroeg. Over deze waarde moet de erfgenaam successierecht betalen, ook al is de waarde tegen de tijd waarop het successierecht moet worden betaald (minimaal zo'n tien maanden na het overlijden) misschien met de helft gedaald (of gestegen).
-
Levensverzekeringen
Het uitgangspunt van de Successiewet is dat een uitkering krachtens levensverzekering bij de begunstigde is belast met successierecht. Een uitzondering maakt de wet als er voor die verkrijging niets is onttrokken aan het vermogen van de erflater. Hierbij is onder meer van belang wie de premie verschuldigd is en of u al dan niet getrouwd bent op huwelijkse voorwaarden, respectievelijk hoe het samenlevingscontract luidt. Als twee mensen een huis kopen en daarbij een hypotheek met een levensverzekering nemen, is het fiscale advies de overlijdensrisicopremies 'kruiselings' te regelen (de één is de premies van de verzekering op het leven van de ander verschuldigd, en omgekeerd) of bij een 'gemengde' verzekering (bijvoorbeeld de spaarhypotheek) de premies te splitsen. Als een van hen overlijdt, dan hoeft de ander geen successierecht te betalen, omdat die persoon alle premies zelf was verschuldigd. Van groot belang hierbij is of de partijen in algehele gemeenschap van goederen zijn getrouwd en of de eventuele huwelijkse voorwaarden / partnerschapsvoorwaarden of de samenlevingsovereenkomst geen bepaling bevatten die deze regeling doorkruisen. De laatste jaren is er veel veranderd op dit gebied.
Het kan daarom verstandig zijn de bestaande huwelijkse voorwaarden nog eens voor te leggen aan de notaris voor advies hierover. Vooral bij partners die nog niet zo lang samenwonen is de belastingbesparing enorm.
-
Belangrijke gegevens voor nabestaanden of executeur
- Een arts dient een verklaring van overlijden op te stellen, nodig voor de aangifte bij de burgerlijke stand.
- Probeer na te gaan of er een testament of codicil is. Met name het donorcodicil is belangrijk in deze fase.
- Van het overlijden moet aangifte worden gedaan bij de afdeling Bevolking van het gemeentehuis in de plaats van overlijden. De uittreksels uit het overlijdensregister zijn daar aan te vragen. Meestal zal dit echter door de uitvaartverzorger worden gedaan. Deze uittreksels zijn nodig voor onder meer het verkrijgen van een verklaring van erfrecht, het aanvragen van pensioen inzake de ANW (weduw(e)pensioen), het verkrijgen van verzekeringsgeld etc.
- Indien de rekeningen bij bank of giro geblokkeerd zijn en er onvoldoende contant geld beschikbaar is om allerlei kosten te kunnen dekken, kan bij de notaris een verklaring van erfrecht worden aangevraagd. Dit is een verklaring van de notaris waarin staat wie de erfgenamen zijn en wie gerechtigd is of zijn om over de erfenis te beschikken. Men moet dan meenemen: bewijs van overlijden, uw trouwboekje, eventuele akte van huwelijksvoorwaarden, testament en de namen en adressen van alle kinderen. Geef alle (vermoedelijke) erfgenamen de gelegenheid om mee naar de (kandidaat-)notaris te gaan.
- Tenaamstelling van spaarbankboekjes, giro- en/of bankrekening c.q. beleggingsrekening die op naam van de overledene of op beider naam staan, dient te worden gewijzigd. Bij opheffing van een bovenvermelde rekening moet een uittreksel uit het overlijdensregister of een verklaring van erfrecht worden overlegd.
- De werkgever betaalt nog enkele maanden salaris uit. Denk in dit verband aan eventuele geblokkeerde bank- en girorekeningen waarvan dan geen geld kan worden opgenomen. De werkgever kan in dat geval het geld op een andere rekening laten storten.
- Richt een aanvraag ter verkrijging van ANW aan het districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank, waaronder uw woonplaats ressorteert. Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij bovenvermelde districtskantoren en de postkantoren.
- Zend een bericht aan bedrijfspensioenfondsen, Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds of verzekeringsmaatschappijen in verband met de uitkering van het pensioen etc. De uitkering geschiedt meestal drie maanden achteraf. Vergeet niet het bank- of gironummer te vermelden, waarop de u toekomende bedragen dienen te worden gestort.
- Indien de overledene bij vorige werkgevers een pensioenverzekering had en deze premievrij is gemaakt, ook deze uitkering(en) aanvragen.
- Alle maatschappijen waarbij verzekeringen zijn afgesloten, dienen van het overlijden in kennis te worden gesteld. Hierbij vermelden het polisnummer, alsmede namen en adressen van de nabestaanden. Ga na of er nog lopende verzekeringen zijn die premievrij zijn en/of die premievrij worden bij overlijden. Raadpleeg zo nodig een verzekeringsadviseur in deze. Voor polissen die van kracht blijven - bijv. brandverzekering op huis en/of inboedel - moet naamswijziging plaatsvinden.
- Indien men een hypotheek heeft op het huis, verdient het aanbeveling de hypotheekakte te controleren of daarin een clausule is opgenomen waarin bepaald is of de hypotheek boetevrij kan worden afgelost met de uitkering van eventuele levensverzekering.
- Bewaar alle rekeningen van de kosten in verband met overlijden gemaakt; deze kosten zijn voor een deel fiscaal aftrekbaar.
- Zeg eventueel abonnementen op van tijdschriften, periodieken of vakliteratuur. Trek zo nodig machtigingen tot automatische overschrijvingen bank en/of giro in.
- Licht ziektekostenverzekeringsmaatschappij in, daar de polis(sen) gewijzigd dien(en)t te worden.
- Vraag advies aan een belastingconsulent betreffende aftrekposten bijzondere lasten eenoudergezin.
- Indien persoonlijke leningen zijn afgesloten of aankopen zijn gedaan op afbetalingsvoorwaarden, ga dan na of het resterende bedrag in verband met het overlijden van de partner is kwijtgescholden.
- Indien u niet voor een verplichte aanslag in aanmerking komt, vraag bij de Belastingdienst, waaronder uw woonplaats valt, een aangiftebiljet T aan, indien teruggave van loonheffing wordt verwacht. Eventuele terugzending - niet verplicht - van het ingevulde T-biljet moet in beginsel gebeuren binnen twee jaar na afloop van het kalenderjaar.
- Eventuele aanvraag indienen voor gezinshulp bij instelling gezinszorg of instelling voor maatschappelijk werk.
- Indien u nog niet over een testament beschikt, laat dit dan nu maken en regel de voogdij van uw minderjarige kinderen (de verzorging van uw kinderen na uw overlijden).
- Beschikt u over een auto en gebruikt u deze niet meer, deel dan het Centraal Bureau Motorrijtuigenbelasting, Postbus 9047, 7300 GJ Apeldoorn, schriftelijk mede dat uw partner is overleden (datum van overlijden vermelden). Verzoek terug storting van te veel betaalde motorrijtuigenbelasting. Geef bij verkoop van de auto deel I, II en III van het kentekenbewijs aan de koper af, nadat een verklaring van vrijwaring - op het postkantoor verkrijgbaar - is ontvangen. Wordt de auto niet verkocht, doch naar de sloop gebracht, dient u deel I, II en III van het kentekenbewijs binnen twintig dagen op te zenden aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer, Postbus 30.000, 9640 RA Veendam. Denk u eraan dat de belasting verschuldigd blijft zolang de auto niet op een andere eigenaar is overgegaan en zich op de openbare weg (ook parkeerplaats) bevindt.
- Ga na of het mogelijk is verlaging van bepaalde tarieven aan te vragen, bijv. reinigingsrechten, milieubelasting, indien na het overlijden een eenpersoonshuishouding wordt gevoerd. Deze regelingen verschillen van gemeente tot gemeente. Daar door het overlijden een deel van het inkomen vervalt, bestaat de mogelijkheid dat men op grond van dit lagere (gezins)inkomen in aanmerking komt voor subsidieregelingen, zoals huursubsidie, studievergoedingen.
- In een later stadium zijn van belang de inspecties der belastingen, maar ook bijvoorbeeld bestanden met abonnementen en automatische betalingen.
- Als alle aanslagen binnen zijn, moet de boedel definitief worden afgewikkeld. De erfgenamen geven elkaar en de executeur kwijting.
Het is heel belangrijk zo snel mogelijk te overleggen wie de boedel gaat afwikkelen en hoe dat gebeurt. Er kunnen zaken zijn die direct aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld effecten of registergoederen. Maak daarom zo snel mogelijk een afspraak met een notaris. Hij zal de nodige voorlichting kunnen geven.
-
Begrippenlijst
Aanvaarden
Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam.Beneficiair aanvaarden
Dit is een bijzondere manier van accepteren van een erfdeel. Er moeten bepaalde formaliteiten worden vervuld. Als er niet voldoende bezittingen zijn om de schulden te betalen, hoeft de erfgenaam het tekort niet zelf bij te betalen.Bewind
Periode waarin het erfdeel wordt beheerd door iemand anders (bewindvoerder). Een erfgenaam kan dan niet zelfstandig beschikken over de geërfde goederen (vaak gebonden aan leeftijdsgrens).Codicil
Een wilsbeschikking die niet door de notaris wordt opgemaakt. Het moet een zelf geschreven en ondertekend document zijn. Het codicil is geschikt voor het vermaken van bepaalde kledingstukken, sieraden of inboedelgoederen of om vast te leggen hoe men begraven of gecremeerd wil worden.Erfdeel
Dat deel van de nalatenschap waarop een erfgenaam recht heeft.
Erfrecht
Het geheel van rechtsregels en wetsbepalingen dat de overgang van de nalatenschap op de erfgenaam regelt.Executeur
Degene die door de erflater is aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen.Geldvordering
Het recht om van een ander geld te krijgen.Goederen
Alle bezittingen inclusief geld.Langstlevende echtgenoot
De huwelijkspartner die zijn echtgenote overleeft.Legaat
Een specifiek onderdeel van de nalatenschap voor een specifieke erfgenaam bedoeld (bijvoorbeeld geld, sieraad, auto, meubelen etc.).Legitieme portie
Dat deel van de nalatenschap waarop (klein)kinderen minimaal recht hebben.Nalatenschap
Het totaal aan bezittingen en schulden dat iemand na zijn overlijden achterlaat.Testament
Een notarieel vastgelegd document dat wordt opgesteld om af te wijken van het versterferfrecht. Iedereen van 16 jaar en ouder mag een testament laten opmaken.Testamentair erfrecht
De regels die gelden als iemand een testament heeft gemaakt.Verblijvingsbeding
Een overeenkomst tussen twee partijen waarin ze afspreken dat als de één overlijdt, de gezamenlijke goederen eigendom worden van de ander.Vereffenaar
De persoon die door de rechter wordt aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen, als de erfgenamen niet gevonden kunnen worden. Soms kan ook een erfgenaam vereffenaar zijn.Verklaring van erfrecht
Verklaring waarin staat wie de erfgenamen zijn, afgegeven door een notaris.Verwerpen
Het niet accepteren van een erfdeel, er afstand van doen.Verklaring van erfrecht
Verklaring waarin staat wie de erfgenamen zijn, afgegeven door een notaris.Versterferfrecht
Erfrecht dat geldt als iemand geen testament heeft gemaakt. Hiervoor wordt ook de term wettelijk erfrecht gebruikt.Verwerpen
Het niet accepteren van een erfdeel, er afstand van doen.Vruchtgebruik
Het recht om goederen van een ander te gebruiken.Wettelijke verdeling
De langstlevende echtgenoot krijgt de nalatenschap. De kinderen krijgen een geldvordering ter grootte van hun erfdeel. Deze geldvordering is opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot.Wilsbeschikking
Een regeling die iemand maakt om te bepalen wat er na zijn overlijden moet gebeuren (ook wel uiterste wilsbeschikking genoemd).Wilsrecht
Het recht dat een kind heeft om goederen uit een nalatenschap in eigendom te krijgen als sprake is van stief familie.
De informatie op deze site is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De informatie is bedoeld voor algemeen gebruik en is niet toegespitst op de individuele situatie van de gebruiker. De toepassing van de informatie en de gevolgen van aan de hand daarvan vastgelegde afspraken hangen af van ieders persoonlijke situatie. Voor een duidelijk advies en gerichte informatie kunt u ons bereiken op telefoonnummer: 0181 - 632022 of via e-mail.
De informatie kan niet worden gehanteerd als een vervanging van persoonlijk advies. Kammeraad & Strijk wijst aansprakelijkheid voor eventuele onvolkomenheden, onjuistheden en gevolgen af. Deze site bevat hyperlinks naar andere organisaties en instellingen. Kammeraad & Strijk is niet verantwoordelijk voor de informatie die op deze externe sites wordt gepresenteerd.
Wij verwijzen u naar onze Algemene voorwaarden